- I have fun doing it (even though it takes a lot of time and there are some potential down-sides as well)
- Because the story is about them they want to understand every word
- They develop an emotional attachment to the language they are learning
- It’s more memorable than a regular lesson
- It creates a bond between my students, because they are all in the story and they go through something together, even if it’s a fictional experience that only exists on paper
- When I see them enjoy the story I am not bored and am enjoying myself as well
Here is an example. A story in Dutch for 13 students who all work for the same company. It involves the dragon, so that explains the picture.
De betovering op vrijdagavond
Op vrijdag om 16 uur 30 sluiten alle deuren. Niemand kan naar buiten. De volgende mensen zijn nog op kantoor:
Miro, Jana, Henia, Tania, Katka, Lujza, Atilla, Inge, Peter, Paula, Gabriel, Iveta, Juraj en William.
De deuren sluiten. Ze sluiten snel. Het is luid.
Lujza zegt: ‘Ik begrijp het niet.’
Katka: ‘Dat is normaal.’
Henia lacht.
Miro vraagt: ‘Heeft iemand de sleutels?’
Katka: ‘Iedereen heeft een kaart, maar geen sleutels.’
Juraj: ‘De kaarten werken niet meer. We zijn opgesloten.’
Paula: ‘Ok, ik ga wijn drinken en naar Titanic kijken op mijn telefoon.’
William: ‘Ik ga mee met je.’
Paula: ‘Goed, maar ik geef je geen wijn.’
William: ‘Dat is ok. Jij maakt me dronken genoeg.’
Katka: ‘Ik wil naar huis. We moeten dit probleem oplossen.’
Lujza: ‘Welk probleem?’
Jana: ‘Ik ga slapen. Doei.’
Iveta: ‘Ik heb in de keuken een fles vodka gevonden. Ik ben gelukkig.’
Inge: ‘Mijn zoon belt me. Hij vraagt wanneer ik naar huis kom.’
Peter: ‘Ik ga 500 emails beantwoorden.’
Gabriel: ‘Ik ga de onregelmatige werkwoorden Nederlands studeren.’
Miro: ‘Ik ga skypen met mijn vriendin, Leen.’
Henia: ‘Ik ga ook wijn drinken.’
Tania: ‘Ik ga mijn nagels lakken.’
Katka: ‘Godverdomme, luie, trage, fantasieloze idioten!! We moeten dit probleem oplossen!!’
Lujza: ‘Welk probleem?’
Juraj: ‘Misschien is dit een test.’
Lujza: ‘Hebben we vandaag een test van Nederlands? Waarom heeft niemand dat gezegd?’
Juraj: ‘Nee, ik bedoel een experiment. Een sociaal experiment. Misschien zijn we op televisie. Ze testen hoe we gaan reageren.’
Ze horen luide bonken. BONG BONG BONG BONG
Voor de deur staat een grote, groene draak.
Katka: ‘Kus nu mijn kloten… Daar staat een draak!!’
Jana: ‘Jullie zijn luid. Ik kan niet slapen zo.’
Iveta: ‘Hebben jullie nog vodka? Mijn fles is leeg.’
Katka: ‘Irritante debielen, hier staat een draak!! Zien jullie dat niet???’
Gabriel: ‘De draak ziet er niet gevaarlijk uit. Ik ben niet bang.’
Lujza: ‘Wat is een draak?’
De draak zegt: ‘Ik open de deuren als jullie een eerlijk en correct antwoord geven op vijf vragen.’
Iedereen: ‘Wooooow, de draak kan praten!!!’
Lujza: ‘Is dat abnormaal?’
Katka: ‘Ja, een grote, groene draak die praat is abnormaal.’
Lujza: ‘Waarom zijn we eigenlijk nog op het werk? Waarom gaan we niet naar huis?’
Juraj: ‘Alle deuren zijn geblokkeerd.’
Lujza: ‘Echt?’
Katka: ‘Ok, DEBIELE DRAAK, stel een vraag.’
De draak: ‘Katka, heb je veel zelfvertrouwen?’
Katka: ‘Ja’
De draak: ‘Sorry, dat was geen correct antwoord. Jullie hebben nul goede antwoorden.’
Juraj: ‘Ok, stel mij een vraag.’
De draak: ‘Wat is je talent?’
Juraj: ‘Ik heb geen talent.’
De draak: ‘Dat was geen correct antwoord. Jullie hebben nul goede antwoorden.’
Lujza: ‘Wat moeten we doen?’
Katka: ‘De draak stelt vragen. Je moet eerlijk antwoorden. Na vijf antwoorden gaan de deuren terug open.’
Lujza: ‘Zijn de deuren dicht?’
Iedereen: ‘JAAAAA!!!’
Lujza: ‘Ok, stel maar een vraag.’
De draak: ‘Als iemand het werkwoord ‘to confess’ niet kent, spreekt die persoon dan goed Engels?’
Lujza: ‘Ik begrijp de vraag niet.’
Katka: Zabijem ta.
Atila: ‘Stel mij een vraag.’
De draak: ‘Zoek je een vrouw?’
Atila: ‘Nee.’
De draak: ‘Dat was een correct antwoord. Jullie hebben één goed antwoord.’
Miro: ‘Stel mij een vraag.’
De draak: ‘Wat is je talent?’
Miro: ‘Ik geef mensen een goed humeur.’
De draak: ‘Dat was een correct antwoord. Jullie hebben twee goede antwoorden.’
Jana: ‘Door die domme draak kan ik niet slapen. Stel mij een vraag.’
De draak: ‘Mis je seks heel erg?’
Jana: ‘Nee.’
De draak: ‘Dat was geen correct antwoord. Jullie hebben twee goede antwoorden.’
Katka: ‘Stel mij nog een vraag, lelijke draak!!’
De draak: ‘Stuur jij persoonlijke berichten van collega’s door aan andere mensen?’
Katka: ‘Nee, nooit!’
De draak: ‘Dat was geen correct antwoord. Jullie hebben twee goede antwoorden.’
Henia: ‘Ik heb geen geduld meer!! Stel mij een vraag.’
De draak: ‘Heeft een Zweedse vrouw je ego zwaar beschadigd?’
Henia: ‘Ja.’
De draak: ‘Dat was een correct antwoord. Jullie hebben drie goede antwoorden.’
Henia: Goed, de oplossing is simpel. Stel mij nog twee vragen. Ik zal eerlijk antwoorden. Dan kunnen we naar huis. Dit spel is dom.’
Lujza: ‘Ik speel niet graag spellen.’
Jana: ‘Ik ook niet. Ik wil slapen.’
Iveta: Mijnheer de draak, ik heb ook een vraag. Heeft u vodka?’
De draak: ‘Henia, wat doe je echt niet graag?’
Henia: ‘Dat wil ik niet zeggen…’
Katka: A sme skoncili… do kelu..
William (roept van ver weg): Katka, SPREEK NEDERLANDS!!
Paula: William, zwijg en kijk naar Titanic.
Lujza: Wat doet die draak hier?
Gabriel: Stel mij een vraag.
De draak: ‘Wanneer ben je geboren?’
Gabriel: ‘In 1994’
De draak: ‘Dat is een correct antwoord. Jullie hebben vier correcte antwoorden.’
Katka: Jezis, Maria, Jozef… Dat is niet eerlijk!! Waarom krijgt Gabriel zo een makkelijke vraag?!?!’
Gabriel: ‘Stel mij nog een vraag.’
De draak: ‘Ik heb geen vragen voor jou. Jij zegt altijd de waarheid.’
Inge: ‘Stel mij een vraag.’
De draak: ‘Ik heb geen vragen voor jou. Jij zegt altijd de waarheid.’
Iveta: ‘Stel mij een vraag.’
De draak: ‘Dronken mensen kunnen niet liegen.’
Iveta: ‘Dat is discriminatie!!’
Lujza: ‘Ja, dat is racisme!’
Katka: ‘Dat is geen racisme!!’
Juraj: ‘Ok, draak, stel mij een vraag.’
De draak: ‘Wat is je talent?’
Juraj: ‘Kut, dat weet ik niet.’
Katka: ‘Mozes konecne odpovedat? Si fesak, ale aj trdlo, pre boha.’
William: ‘Katka, SPREEK NEDERLANDS!!’
Paula: ‘Kijk in mijn ogen en zwijg!!’
Miro: ‘Ok, stel mij nog een vraag.’
De draak: ‘Wie van je collega’s is je favoriete one-night-stand?’
Katka: ‘Ty kokso…’
Henia: ‘Interessant. Hebben julllie dat gemerkt? William heeft niet geroepen: Spreek Nederlands!’
Miro: ‘Ik heb geen favoriete one-night-stand.’
De draak: ‘Dat was geen correct antwoord. Jullie hebben…’
Katka: VIER GOEDE ANTWOORDEN!! IK WEET HET, ty nedorobeny, smradliavy, spinavy, dojebany hajzel!!
De draak: ‘Waarom ben je single, Katka?’
Katka: ‘Ik reageer niet meer. To co ma byt, ty kokso…’
Henia: ‘Katka, antwoord. Dan kunnen we naar huis.’
Lujza: ‘Ja, ik ga naar huis. Oh, de deur is gesloten. Hebben jullie dat gemerkt?’
Atila: ‘Mensen, kunnen we pragmatisch zijn? Kunnen we door een raam klimmen?’
Henia en Katka: ‘Heb je ons al gezien?’
Atila: ‘Ik vind dat we een concrete oplossing moeten zoeken. De draak liegt misschien. Zelfs na vijf goede antwoorden, zal hij de deuren niet openen.’
Miro: ‘Ik ben akkoord.’
Juraj: ‘Ik ook.’
Jana: ‘Ok, maak me wakker wanneer jullie een oplossing gevonden hebben.’
Iveta: ‘O nee, ik word nuchter. Ik beef!! Snel, zoek een oplossing!!’
Lujza: ‘Een oplossing voor wat?’
Katka: ‘Atila, je hebt gelijk. Ik wil uit het raam springen.’
Juraj: ‘Ok, ok, ok, stel mij nog een vraag.’
De draak: ‘Juraj, wat is je talent?’
Juraj: ‘Ik blijf kalm in alle situaties. Ik ben stoicijns, maar vrolijk. Ik ben gebalanceerd. Ik heb een normaal ego. Ik heb een goed geheugen. Ik heb een talent voor talen. Ik heb gevoel voor humor. Ik heb een goede smaak in kleding. Ik kan goed koken. Ik kan vrouwen gelukkig maken. Ik ben gespierd. Ik kan een gezellige sfeer scheppen. Ik kan..
De draak: ‘Pre boha, het is genoeg. Jullie hebben vijf goede antwoorden. De deuren zijn terug open.’
Lujza: ‘Waren de deuren niet open?’
Atila: ‘Eindelijk we kunnen naar huis.’
Gabriel: ‘Dat was vreemd. Maar gelukkig was de draak eerlijk.’
Lujza: ‘Waarom stelde de draak vragen?’
Henia: Katka, stop dat mes weg!!’
Miro: William en Paula, de deuren zijn terug open! We kunnen naar huis!
Paula: Ja, later. We hebben nog wijn en Titanic is nog niet gedaan.’
Jana: Ja som konecne zaspala… Ik sliep eindelijk…
Iveta: Snel, snel. Laat mij. Ik moet naar de winkel voor vodka!!!’
Lujza: ‘Wanneer schrijven we de test voor Nederlands?’
Tania: ‘We hebben geen test. Mijn nagels zijn gelakt. Ik vertrek. Ik wil bij McDonald’s eten.’
Peter: ‘Ik blijf nog. Ik moet nog 247 emails beantwoorden.’
Atila: ‘Ik ben blij dat het probleem is opgelost.’
Lujza: ‘Welk probleem?’
Katka: ‘Kijk, de draak is terug.’
De draak: ‘Jullie zijn heel lieve, leuke, grappige mensen. Ik speel dit spel alleen met mensen die ik leuk vind.’
Katka: ‘Dik. Dank je.’
Henia: ‘Mijnheer de draak, krijgen we allemaal een cadeau, omdat we de test goed gedaan hebben?’
Lujza: ‘De test van Nederlands?’
De draak: ‘Ja, jullie krijgen allemaal een cadeau. Hier is de lijst met cadeaus:
Katka: 1500 euro krediet in een seksshop voor single vrouwen.
Jana: 1500 euro krediet in een winkel voor bedden en matrassen.
Tania: 1500 euro krediet in een winkel voor schoenen.
Peter: 1500 euro krediet voor een reis naar Amsterdam.
Gabriel: 1500 euro krediet voor Belgisch bier.
Paula: 1500 euro krediet voor een vakantie op het strand in een land naar keuze.
Lujza: 1500 euro krediet voor eten in romantische restaurants
Iveta: 1500 euro krediet voor 1 avond drinken
Henia: 1500 euro krediet voor wijn proeven in Zuid-Frankrijk
Inge: 1500 euro krediet voor een reis naar Kenia OF pannenkoeken voor de hele familie
Atila: 1500 euro krediet voor een reis naar Sardinie
Miro: 1500 euro krediet voor dingen in je apartement
Juraj: 1500 euro krediet voor ingredienten om zelf te koken
Iedereen was heel blij.
Het was een leuke dag.
Iedereen ging tevreden naar huis.
Hopelijk komt de draak nog vaak terug.